maandag 28 april 2014

Half

Een goede voorbereiding is het halve werk. Een halve voorbereiding is dan denk ik een kwart van het werk. Als ik half had getraind voor een ultraloop van 85 kilometer zou dat genoeg zijn geweest. Maar ik liep een halve marathon. Half getraind.

Hoewel ik aan het begin van het jaar het lopen van een echte halve marathon als voornemen had, was er nog geen concreet plan voor waar en wanneer precies. Eigenlijk dacht ik dat dat in december altijd nog kon. Maar toen kreeg ik een mailtje van mijn werk, ik kon meelopen via de arbodienst. Waarom ook niet? In de periode daarna had ik mijn handen vol aan deadlines en een conferentie in het buitenland, en naast de voetbaltrainingen echt geen tijd (en zin...) om ook nog te gaan rennen. Had ik nog niet wat conditie over van januari, toen ik ook wel ongeveer 20 km kon? Twee lange duurlopen en daarna een week met alleen wat voetbal en dat was het.

Over mijn strategie was ik nog aan het nadenken in het startvak: proberen bij de 2.00-pacer te blijven, en afzakken indien nodig, of juist de 2.05 volgen en versnellen als het nog kon? Het werd: ertussenin lopen, bij 4km een dixie in en daarna geen idee meer hebben waar ik liep. Voor ik het wist waren we in het bos en in Lonneker, vanaf een kilometer of 13 begon ik met aftellen. Eigenlijk te vroeg. En daar kwam 'het lange saaie stuk' waar ik van alle kanten voor was gewaarschuwd. Niet overdreven. Heel lang. Heel saai. Heen en terug. Met gelukkig een collega in de middenberm, die twee keer riep dat ik dit heus wel kon. En de toezegging van een ander daar 'ergens in de bocht' te staan, waardoor ik het vertikte te wandelen, hoe graag ik dat eigenlijk ook wilde. Intussen, na een kilometer of 17, was ik zo vertraagd dat de 2.05-pacer mij bijna inhaalde. Een fijne motivatie, want hem wilde ik zeker voor blijven. Die laatste twee kilometer nog een flinke versnelling, en op het eind een dikke sprint omdat de bruto-tijd op 2.09.35 stond en ik wel voor 2.10 binnen wilde zijn. Net niet gelukt, 2.10.01. Netto: 2.03.34. Zeer zeker niet ontevreden! Voor de volgende train ik wel, en ga ik voor onder de twee uur.

dit is een heroïsche foto

Labels:

maandag 14 april 2014

Spanning

Hoewel ik de afgelopen maand naar Praag, New York en Philadelphia ben geweest, was de reis naar Rotterdam gisteren de spannendste in tijden. Met kriebels in mijn buik en drie spandoeken in mijn tas wachtte ik op de waterbus, die aan ons voorbijvoer en een kade vol gefrusteerde marathonkijkers achterliet. Een half uur later mochten we er wel op, maar bij aankomst wachtte ons een inmiddels verlaten Erasmusbrug. Alleen een oud mannetje, misschien moest hij nog even plassen voor de start, kwam er nog aangekacheld.
We liepen even doelloos wat heen en weer en positioneerden ons vervolgens bij het viaduct dat het 27-kilometerpunt markeerde. Ik begon met het 'HUP SAM'-spandoek, maar verruilde het snel voor 'JIJ KAN DIT'. Dat is immers voor iedereen leuk. Zeker als je al 27 kilometer hebt gehad. We zagen razendsnelle Kenianen, als ze het al zouden begrijpen gingen ze te hard om het te kunnen lezen, en na een paar gaten tussen kopgroepen kwam daar De Hele Horde. Een enorme stroom rennende mensen. Met hier een daar iemand die een wandelpauze nam. Iemand die uit de rij sprong om in de bosjes te plassen. Iemand die een banaan at en de schil omhoog gooide. Mensen die zwaaiden naar bekenden en/of camera's. Mensen die naar mijn spandoek riepen JA IK KAN DIT. Mensen die ik kende, van foto's op Instagram en blogs. Mensen die uren, weken, maanden, kilometers hadden getraind. En die allemaal al ruim over de helft waren. Op tweederde bijna. Op zevenentwintig kilometer precies. Er liepen pacers met ballonnen die een eindtijd aangaven. 3.30. 3.45. 4.00. 4.15. En daar was Sam. En de brok in mijn keel. SAMMETJE! schreeuwde ik. HUP SAM, schreeuwde mijn spandoek. JIJ KAN DIT schreeuwde het andere. En ik was heel, heel trots. Nog steeds.

Labels: