dinsdag 15 juli 2014

Partners

Gisteravond had ik twee gemiste oproepen. Van mijn middelbareschoolbestevriendin die ik al vanaf eeuwig ken. Wij bellen elkaar nooit*. Of er was iets ergs, óf er was iets leuks. Met angst voor dat eerste belde ik terug, maar door hoe ze opnam was al duidelijk dat het om iets leuks ging. Iets heel leuks. Haar geliefde was, precies zoals ze had verwacht/gehoopt/geeist, op één knie gegaan en zij moest huilen van blijdschap toen ze heel hard 'ja' zei. Dat vind ik dus oprecht heel lief en romantisch, en ik ben heel blij voor haar.

En ook ben ik blij dat wij gewoon op een dinsdag in september, tussen het klussen door, even naar het gemeentehuis gaan fietsen om een handtekening te zetten en daarmee geregistreerde partners zullen zijn. Dat we lieve vrienden als getuigen hebben gevraagd, maar daar niet moeilijk over hebben gedaan. Dat we, omdat we die ochtend een stel schrootjes van de muur zullen trekken, niet in ons zondagse pakje gaan. Of eigenlijk wel, want op zondag loop ik meestal al in kleren waarin prima geklust kan worden. Dat ik gewoon een taart zal bakken omdat dat altijd lekker is. Dat we geen ringen gaan uitwisselen, niet hoeven te oefenen op openingsdansjes, of zullen bakkeleien over een tafelschikking.

Wij zijn gewoon bij elkaar, en op 2 september weten ze dat bij de gemeente ook. En dan heten we ineens partners. Het enige probleem hiermee is: hoe duid je elkaar voortaan tegenover anderen aan? 'Mijn partner' klinkt alsof je bij de politie zit of aan het bridgen bent, 'mijn man' is dan weer erg getrouwd. Ik hou het wel op 'mijn lief'. Want dat is hij.



* Wij bellen elkaar nooit meer moet dat zijn. Van de brugklas tot het eindexamen hingen we natuurlijk elke middag uren aan de telefoon, nadat we uit school eerst een uur bij het kruispunt - waar twee klasgenootjes moesten afslaan - en daarna nog een uur voor haar huis hadden staan kletsen. Zo ging dat toen.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage